Zinsbouw/stijl

Je hebt 6 van de 15 vragen goed beantwoord.
Your score was: 40 %

14/15 vragen goed → vmbo/mavo leerjaar 4 of hoger  (Taalniveau 2F/3F of hoger)

13 vragen goed → vmbo/mavo leerjaar 3 (Taalniveau 2F)

12 vragen goed → vmbo/mavo leerjaar 2 (Taalniveau 2F)

11 vragen goed → vmbo/mavo leerjaar 1 (Taalniveau 1F)

10 of minder vragen goed → lager dan vmbo/mavo leerjaar 1 (Taalniveau 1F)

*De uitslag van deze test geeft je een indicatie van het niveau waarop je dit onderdeel van de Nederlandse taal beheerst.

Antwoorden

Score 0 of 1

Vraag:

Multiple choice question

1. Dat makelaarskantoor heeft haar/zijn/hun tarieven verlaagd.

haar

zijn

hun

Jouw antwoord:

haar

zijn

Feedback:

Het woord ‘makelaarskantoor’ is onzijdig (het makelaarskantoor) en dit staat in het enkelvoud. Dan moet je in deze zin kiezen voor zijn.

hun

Score 1 of 1

Vraag:

Multiple choice question

2. Ik help je morgen wel, tenzij/mits ik plotseling weg moet.

tenzij

mits

Jouw antwoord:

tenzij

Feedback:

‘Tenzij’ betekent ‘behalve als’ en ‘mits’ betekent ‘op voorwaarde dat’.

mits

Score 0 of 1

Vraag:

Multiple choice question

3. Als het bevroren ijs smelt, wordt het daar heel drassig.

Is deze zin correct?

correct

niet correct

Jouw antwoord:

correct

niet correct

Feedback:

Een kenmerk van ijs is dat het bevroren is (pleonasme).

Score 0 of 1

Vraag:

Multiple choice question

4. De helft van de leerlingen had/hadden het verkeerde hoofdstuk geleerd.

had

hadden

Jouw antwoord:

had

Feedback:

In deze zin is ‘de helft van de leerlingen’ het onderwerp. Binnen dit onderwerp is het woord ‘helft’ de kern. Dit woord staat in het enkelvoud. Daarom moet ook de persoonsvorm in het enkelvoud staan.

hadden

Score 0 of 1

Vraag:

Multiple choice question

5. Als je het formulier hebt ingevuld, mag je die bij mij inleveren.

Is deze zin correct?

correct

niet correct

Jouw antwoord:

correct

niet correct

Feedback:

Het woord ‘formulier’ is onzijdig (het formulier) en het is een enkelvoud. Dan moet je hier verwijzen met het, dat of dit. Het verwijswoord die hoort bij mannelijke en vrouwelijk zelfstandige naamwoorden (de-woorden).

Score 1 of 1

Vraag:

Multiple choice question

6. Die jongen doet meer aan sport ……. . (vul aan)

als mij

dan mij

als ik

dan ik

Jouw antwoord:

als mij

dan mij

als ik

dan ik

Feedback:

Na een vergrotende trap (woorden als ‘groter’, ‘kleiner’, ‘leuker’ en ‘meer’) gebruik je ‘dan’.

Als je de zin langer maakt, hoor je dat je hier ‘ik’ moet gebruiken.

Die jongen doet meer aan sport dan ik doe. (…dan mij doet….kan niet)

Score 0 of 1

Vraag:

Multiple choice question

7. Het gesprek met de directeur, dat/die vandaag zou plaatsvinden, is uitgesteld naar morgen.

dat

die

Jouw antwoord:

dat

Feedback:

Het woord dat/die verwijst in deze zin naar ‘gesprek’ en niet naar ‘directeur’.

Het woord ‘gesprek’ is onzijdig (het gesprek) en het is een enkelvoud.

Dan moet je hier verwijzen met dat. Het woord ‘dat’ is in deze zin een zogenoemd betrekkelijk voornaamwoord.

Bij mannelijke en vrouwelijk zelfstandige naamwoorden (de-woorden) gebruik je het betrekkelijk voornaamwoord die.

die

Score 1 of 1

Vraag:

Multiple choice question

8. Wat is de beste formulering?

Wij irriteren ons aan jouw instelling.

Jouw instelling irriteert ons.

Jouw antwoord:

Wij irriteren ons aan jouw instelling.

Jouw instelling irriteert ons.

Feedback:

De woorden ‘zich ergeren aan iets’ en ‘het irriteert mij’ worden in het dagelijks taalgebruik vaak door elkaar gehaald en dan hoor je bijvoorbeeld ‘ik irriteer me aan jou’. Dit is fout. Zo’n fout noemen we een contaminatie. Andere voorbeelden zijn overkopiëren (overnemen en kopiëren) en voorbijpasseren (voorbijgaan en passeren).

Score 0 of 1

Vraag:

Multiple choice question

9. Het betreurt mij dat ik me niet aan de afspraak heb gehouden.

Is deze zin correct?

correct

niet correct

Jouw antwoord:

correct

niet correct

Feedback:

Je hoort hier te gebruiken ‘het spijt mij’ of ‘’wij betreuren het’. Het door elkaar halen van woorden (verhaspelen) noemen we contaminatie.

Score 0 of 1

Vraag:

Multiple choice question

10. Alwin ziet dit probleem anders dan/als hem/hij.

als hem

dan hem

als hij

dan hij

Jouw antwoord:

als hem

dan hem

als hij

dan hij

Feedback:

Na een vergrotende trap (woorden als ‘groter’, ‘kleiner’ en ‘meer’) gebruik je ‘dan’. Dat geldt ook na woorden als ‘anders’, ‘ander’ en ‘andere’.

Als je de zin langer maakt, hoor je dat je hier ‘hij’ moet gebruiken.

Alwin ziet dit probleem anders dan hij het ziet. (…anders dan hem het ziet…. kan niet)

Score 1 of 1

Vraag:

Multiple choice question

11. Welke zin is correct?

Hun hebben er echt geen tijd voor om terug te bellen.

Zij hebben er echt geen tijd voor om terug te bellen.

Jouw antwoord:

Hun hebben er echt geen tijd voor om terug te bellen.

Zij hebben er echt geen tijd voor om terug te bellen.

Feedback:

Het woord ‘zij’ is het onderwerp van de zin. Dan is ‘hun’ fout.

Score 1 of 1

Vraag:

Multiple choice question

12. Van de week heb ik een praatje gemaakt met een meisje dat/die daar sinds kort woont.

dat

die

Jouw antwoord:

dat

Feedback:

Het woord ‘meisje’ is onzijdig (het meisje) en het is een enkelvoud.
Het is een betrekkelijk voornaamwoord.
Dan moet je hier kiezen voor dat. Het betrekkelijk voornaamwoord die hoort bij mannelijke en vrouwelijk zelfstandige naamwoorden (de-woorden).

die

Score 0 of 1

Vraag:

Multiple choice question

13. Welke zin is correct?

Mijns inziens is die analyse niet volledig.

Mijn inziens is die analyse niet volledig.

Naar mijn inziens is die analyse niet volledig.

Jouw antwoord:

Mijns inziens is die analyse niet volledig.

Mijn inziens is die analyse niet volledig.

Naar mijn inziens is die analyse niet volledig.

Score 0 of 1

Vraag:

Multiple choice question

14. Het is vervelend dat het bestelde product niet op voorraad is, maar verwachten het volgende week weer te kunnen leveren.

Is deze zin correct?

correct

niet correct

Jouw antwoord:

correct

niet correct

Feedback:

Deze zin is niet correct. In deze zin ontbreekt na ‘maar’ het onderwerp ‘wij’.

Score 1 of 1

Vraag:

Multiple choice question

15. Zij heeft daar evenveel recht op als hij.
.
Is deze zin correct?

correct

niet correct

Jouw antwoord:

correct

Feedback:

Deze zin is correct. In deze zin is sprake van een vergelijking en dan gebruik je als. Als je de zin langer maakt, kun je horen dan hij correct is.

Zij heeft daar evenveel recht op als hij heeft. (…als hem heeft … kan niet)

niet correct